Tempels en stupa’s zo ver het oog reikt

6 januari 2020 - Pagan, Myanmar

De jongen met de motorfiets stopt vlak naast onze e-bikes. De beste plek om de tempels te zien is een paar minuten rijden over een onverhard pad, zegt hij. En hij rijdt voor ons uit een smal pad in. Daar kunnen we veel van de 2.267 tempels en stupa’s van Pagan zien.

We hebben vanochtend rustig aangedaan na de monsterrit van gisteren toen we rond 21.00 uur in de hostel - Maya Bagan - aankwamen. Goeie actie van die avond was om alvast e-bikes te reserveren. 

Met uitzondering van onze bikes waren die allemaal weg vanochtend. We hebben vijf tempels opgeschreven waar we heen willen gaan, maar blijven steken bij de eerste stupa die we zien (de zeven in de wijk van onze hostel niet meegerekend). Het is druk en stoffig op straat en we hebben moeite om in de wirwar van weggetjes en sluippaadjes onze richting te bepalen. Na een minuut of tien zijn we New Bagan uit en staan we aan de voet van een grote stupa. We maken mooie foto’s. Fe eerste in een lange serie.

Achter de jongen op motor aan rijdend genieten de jongens. Onverhard, mul zand en kleine klimmetjes. Ideaal om indruk te maken met hun e-bike-stuurmanskunst. De jongen wijst ons een hoger gelegen stupa, onderdeel van de ‘Hidden Temple’. We klauteren achter hem aan op dit duizend jaar oude monument en vragen ons af of dat verantwoord is. Het uitzicht is prachtig: we hebben een breed panorama en zien honderden tempels en stupa’s verspreid over een gebied van zo’n zeventig vierkante kilometer. Er zijn reusachtige en kleine, vierkante en ronde, plompe en verfijnde, witte en gouden. Wat ze gemeen hebben is dat ze van baksteen zijn. Ongetwijfeld gemaakt van klei uit de rivier. De meesten zijn niet meer aangesmeerd en laten bijna Hollands aandoende bakstenen zien. Het heeft iets vertrouwds. 

Al vroeg was de ‘archeologische zone van Bagan’ aangewezen als Werelderfgoed. Een status die de overheid (generaals) van Myanmar kwijtraakte enige tijd na een zware aardbeving. Niet omdat er zoveel beschadigd was, maar omdat het militaire regiem met goedkope baksteen en naar eigen inzicht veel monumenten had gerestaureerd. Sinds een aantal jaren is de status weer toegekend. Ook als gevolg van  een latere aardbeving, die zo heftig was dat al het goedkope restauratiewerk naar beneden kwam. De oorspronkelijke tempels en stupa’s bleven grotendeels staan. Wellicht te zien als voorspelling of metafoor van hetgeen het generaalsregime stond te wachten.

We verlaten de jongen met motorfiets, die zich overigens na zijn motorgidswerk ontpopte als schilderende artiest en ons een schilderij verkoopt (voor wat hoort wat). De eerste tempel op ons lijstje bereiken we pas rond de middag, afgeleid als we zijn door alles dat we tegenkomen. Pagan is een beetje een erfgoed-snoepwinkel met als bonus dat het erfgoed niet is ingestort of overwoekerd door het oerwoud, maar grotendeels nog overeind staat (wat weer een beetje overdreven is: 2.000 tempels en stupa’s zijn in de loop van de eeuwen wel ingestort). En ook nog actief gebruikt wordt voor een kort gebed of een grote familie- of dorpsceremonie. 

In de meeste stupa’s en in alle tempels staan, zitten of liggen Boeddhabeelden, niet zelden in goudkleur (of zou het echt goud zijn?). De grote tempel waar we rond de middag aankomen biedt een thuis aan vier indrukwekkende Boeddha-beelden. We zien veel mensen - ook monniken - foto’s maken van de beelden. We twijfelen. Dat was toch niet de bedoeling? Schielijk maken ook wij een paar foto’s en vragen Boeddha om begrip. 

De toegang (weg, parkeerplaats, poort) van de tempel is omzoomd door winkeltjes. Hetzelfde geldt voor het tempelplein. Zelfs in de tempel aan beide zijden van het Boeddha-beeld wordt handel gedreven. We moeten denken aan de tempelreiniging uit het nieuwe testament. Maar daar ging het om duivenverkopers en geldwisselaars. Die hebben we hier niet gezien. Hoe zou Boeddha reageren op verkopers in de tempel? Zou hij ook de tafels omgooien? We denken met mildheid. Het leven is toch al lijden. 

Na een warme maaltijd in het ommuurde oude Pagan dwalen we door een enorme markt die eindigt bij de ingang van de grootste en mooiste tempel tot nu toe. Er zijn veel mensen, een heel dorp (laten we ons vertellen) luistert naar een les van een lama aan de voeten van een van de beelden. De offergaven liggen aan hun voeten. Later zien we de dorpelingen meelopen met de lama en de zakken rijst en andere gaven in de achterbak van zijn auto laden. Meer rijst dan wat de bedelende monniken op de markt ophaalden in hun kom.

We gaan weer verder en verzamelen die middag nog tientallen tempels en stupa’s. Op een gegeven moment is het genoeg. We gaan terug naar het hostel en drinken thee en uit Nederland meegebrachte namaak-koffie. Ritse en Mark vertrekken rond 17.30 uur nog één keer voor foto’s met een ondergaande zon. Vanaf de Hidden Temple, verborgen, maar niet voor ons.

Het diner - een toepasselijke term voor deze avond - genieten we bij een klein restaurantje in onze buurt aan het begin van een doodlopende straat. Asian & French cuisine staat er boven de deur. We laten ons verrassen. De menukaart laat een certificaat zien van een kokscursus in Parijs, met een persoonlijke noot van de maître die de cursus heeft gegeven. Boeuf Bourguignon, crème brulée, Franse wijn. De keuken is buiten, er is nog niets klaargemaakt van te voren. We kiezen bescheiden gerechten en wachten af. Een uur later hebben we heerlijk gegeten, maar een nagerecht zit er niet in. De eigenaar voelt zich niet lekker, misselijk en ziet crêpes bakken niet zitten. In een vloek en een zucht krijgen we de rekening en staan we buiten. We duimen op de goede afloop.

Met de e-bikes rijden we ons vast. Het is een doodlopend straatje (weten we vanaf dat moment). Voordat we de bikes hebben kunnen draaien, komt er man naar buiten. Hij nodigt ons uit. We laten ons verrassen. Hij heeft een lakwerk-winkel en werkplaats. Hij wil ons niets verkopen, maar wil ons zijn werk laten zien. We krijgen een toelichting van ruim een uur. Telkens als we denken dat we de laatste stap in het productieproces hebben gehad, neemt hij ons weer verder de werkplaats mee in. Het zijn in totaal zeventien stappen! En -afhankelijk van de grootte van het object - hebben de stappen een doorlooptijd van 3 tot 12 maanden. Het product is wat oubollig, maar het proces boeiend. Handwerk (noeste arbeid) met uitsluitend natuurproducten. En passant passeren zijn kinderen de revue: twee jongens in het buitenland en een dochter die met haar man en kind nog thuis woont. Hij is trots: ze is onderwijzeres op een basisschool. Ze is helaas niet thuis: naar een ceremonie in de mooiste tempel die we vandaag bezochten. Maar wie weet zegt hij, krijgen we nog een kans ....

Foto’s

2 Reacties

  1. Chantal:
    9 januari 2020
    Fantastisch! Bij het lezen van de eerste zin vroeg ik mij al af op welk punt deze jongeman zijn schilderijen aan zou bieden. Het is alsof ik mijn bezoek aan Bagan opnieuw mag beleven!
  2. There and back again:
    15 januari 2020
    Heerlijk Chantal, we kijken nu al uit naar uitwisseling van meer reiservaringen met jou! Groeten van ons