Gaan we het halen?

22 december 2019 - Solukhumbu, Nepal

Om 06.30 uur van deze tweeëntwintigste december tweeduizendnegentien hebben we familieberaad. We lopen onze opties langs: (1) met z’n allen naar beneden op jacht naar meer zuurstof, (2) Miriam en Mark naar beneden en de jongens met z’n tweeën naar het EBC en daarna slapen in Gorak Shep op 5.100 meter, (3) Miriam alleen naar beneden en (4) Miriam nog een dag en nacht in Lobuche en de jongens en Mark heen en terug naar EBC. Miriam hakt de knoop door en kiest voor optie 4. Mark gaat op zoek naar Maegh om te vragen of dit een reële optie is. Een aantal mensen bemoeit zich ermee. Ze vinden het hoogst ongebruikelijk. Maegh, die ruim twintig jaar gids is, vertelt dat tot 15 jaar geleden dat gebruikelijk was. Tot die tijd waren er geen fatsoenlijke overnachtingsmogelijkheden in Gorak Shep. Het betekent wel dat we overhaast moeten ontbijten. 

Om 07.15 uur gaan we als eersten op pad. Er staat een harde wind. Geen buienradar om de kracht te checken. Als minder ervaren zeilers die we zijn, is onze inschatting dat het zeker windkracht 6 is. Zo’n wind waarbij je je twee keer achter je oren krabt met de vraag of het op het open water nog wel leuk is. En of je bij terugkomst niet ontvangen wordt met meewarige blikken als je 10 minuten lang pogingen doet om de zeilboot af te meren.

Maegh weet wel te vertellen dat het minus twintig graden is. Met een stevige wind al gauw een gevoelstemperatuur van minus dertig. Aftellen tot het moment dat de zon het dal kan bereiken. Gelukkig hebben we rugwind. Mogelijk dat we anders teruggegaan waren (tenminste: Mark). 

We zijn vertrokken zonder Raj, die deze zondag voor Miriam zal zorgen. Maegh zet een ongekend tempo in, waardoor we na een uur en 2,7 kilometer verder aan het begin van de eerste klim staan. Precies op het moment dat ook de zon ons verwelkomt. Het pad is verijst, maar onze stijgijzers gaan niet aan. We happen naar adem en vragen ons af of het tempo niet iets te is. We worden wel warm. Na een half uur van klimmen en dalen, komen we bij een gletsjer die we moeten oversteken. Geen gletsjerspleten, wel steil afdalen en daarna weer omhoog. Binnen twee uur zijn we bij Gorak Shep voor een theebreak. We zien geen andere trekkers en staan na 30 minuten weer buiten. De wind is een stuk minder geworden. De temperatuur draaglijk. Ons tempo zakt iets in. Het is veel stijgen en dalen over de zijmorene van Khumbu-gletsjer. Het ademen gaat moeilijker. We voelen alle drie de hoofdpijn van de hoogte. Opeens is er rechts op de gletsjer een gele tent: Everest Base Camp! Een kwartiertje afdalen en over de gletsjer en zijn er: 5.364 meter boven de zeespiegel. 

Ritse voelt zich niet op en top en heeft geen behoefte aan een uitgebreide verkenning. Wel aan het zorgen voor bewijslast van onze tijdelijke aanwezigheid op deze plek. Foto’s. Quirijn heeft nog een goed bewaarde verrassing bij zich: pure chocolade van Tonie C. Om 12.00 uur een mooie pré-lunch.

Mark gaat op zoek naar de gele tent: het bewijs dat het echt om een camp gaat. Hij vindt de tent een paar minuten verder op de gletsjer. Geflankeerd door nog vier tenten. Dichterbij gekomen hoort hij het rammelen van pannen en stemmen van zeker drie mensen. De beheerders aan het werk voor hun lunch? Hij durft het hen niet te vragen. De zonen roepen van verre en manen Mark tot tempo voor een spoedige terugtocht. Acht dagen gelopen en dan al weer zo snel terug? 

Terug valt overigens niet mee. Ondanks dat het netto dalen is, blijkt dat niet de energie-boost te geven waar we op hopen. Sterker, de energie bij Ritse en Mark loopt alleen maar terug. In Gorak Shep bestellen we toch een late lunch, die we moeizaam naar binnen werken. Met uitzondering van de pannenkoek met kaneel die Quirijn neemt.

Om half drie gaan we op pad voor het laatste stuk van Gorak Shep naar Lobuche. We rekenen op maximaal anderhalf uur. Dat pakt anders uit. Ritse en Mark zitten er na zes uur doorheen, lunch of geen lunch. Het wordt een slopende tocht, waarin we de avond steeds dichterbij zien komen. Daar hebben we niet op gerekend (we hebben wel onze hoofdlampen mee). Het is ook vooral omhoog. Tenminste zo voelt het. En door ingestorte tempo is elk stuk van het pad langer dan op de heenweg. Het wordt wankelen op de benen, elke stap vraagt concentratie die er nauwelijks is. Een half uur voor aankomst staat Tetz, een van de dragers, ons op te wachten. Hij neemt de rugzakken van Ritse en Mark over. Twintig minuten later komtvook Raj ons tegemoet. Om 16.45 uur stappen we de lodge binnen na 7.50 uur lopen. Mark is zo uitgeput dat hij na een kop warme thee in bed stapt en er pas 14 uur later weer uitstapt. De anderen maken het niet laat. Wel met een maaltijd.

Foto’s

4 Reacties

  1. Maurits:
    24 december 2019
    Klinkt als een heel groot avontuur. De hoogte ken ik wel de kou niet. Moet best zwaar zijn met temperaturen zo ver onder nul. Maar geniet er van het is vakantie en je doet het voor de lol.
  2. There and back again:
    25 december 2019
    Zeker waar! Zo genieten we nu van ons kerstontbijt! 🎄
  3. JYY:
    24 december 2019
    Wauw wat spannend! Dapper hoor om zo'n tocht in dit jaargetijde te ondernemen en dat jullie het gehaald hebben! Ik zou waarschijnlijk, net als Miriam, iets eerder afgehaakt zijn (-:
    De hoogte ken ik ook (5.416 m. op de Thorung la pas), eveneens in de (eeuwige) sneeuw, maar (net als Maurits) niet bij deze extreme temperaturen! Petje af! Hopelijk genieten jullie snel weer van wat meer graden in Lukla of Kathmadu. Merry X-mas vanuit een druilerig Nederland!
  4. There and back again:
    25 december 2019
    Hallo lieverds, merry christmas! Wij zitten nu al aan ons kerstontbijt🎄